Mountainbike clinic’s door Jasper Bunskoek (TC Tubantia).
Duizend mountainbikers in een weekend. Zeker in de winter, wanneer het fietsen op de weg op z’n gat ligt. Henrie Vukkink van Buitengewoon Holten ziet ze vanaf zijn kantine bovenop de Holterberg voorbijkomen. Hij weet echter ook dat niet iedere avonturier ongeschonden het bos uitkomt. Mountainbiken is omgaan met gevaar. Dus biedt Bikerent clinics aan. Tijd voor een lesje techniek.
Het regent, is mistig en waait lichtjes deze ochtend. Voor veel mensen genoeg redenen om lekker in huis bij de kachel te zitten. Met een boek op schoot of de televisie aan. Dat geldt echter niet voor iedereen. Mountainbikers likken de vingers af bij deze onaangename weersomstandigheden. Slijk en bagger maken de technische sport nog avontuurlijker. Het bos lonkt, maar de gevaren ook. De mountainbike-clinic van Bikerent Holten gaat me leren hoe de gevaren uit te bannen zijn.
Ik ben een ‘mooiweerfietser’, zoals dat zo mooi heet. Zodra de eerste zonnestralen in de lente door de donkere winterwolken breken, begint het te kriebelen. De racefiets wordt opgepoetst en de benen ingevet. Klaar voor een ritje over de weg. Vandaag is het andere koek. De weersomstandigheden nodigen de ‘mooiweerfietser’ niet bepaald uit en vandaag zullen de wielen van mijn vehikel de weg nauwelijks aanraken.
„Hééérlijk weertje”, constateert Reind Brouwer, die vandaag net als ik deel uitmaakt van een groep fietsers die de fijne kneepjes van het mountainbiken gaan leren van trainster Jannie Vasters. Heerlijk? Ik zie regen en mist, wat kan daar nou heerlijk aan zijn?
Na een kop koffie en uitleg over de te volgen technieken trekken we, negen man sterk, het bos in. Op een grote open vlakte (de dagcamping) zet Vasters wat pionnen neer. „We gaan ‘tikkertje’ doen!”, lacht ze. Tikkertje? Dit kan toch niet waar zijn? Ik kom hier voor een mountainbike-clinic. Daar kom ik gauw op terug. Met negen fietsen in een vak van tien bij tien meter wordt er meteen een beroep gedaan op de techniek. En een andere fietser tikken met één hand los aan het stuur is ook nog niet zo gemakkelijk…
Als deelnemer en tevens stroopwafelbakker Bert Jansen uit Vroomshoop iets te fanatiek achter de anderen aanjaagt, valt hij van zijn fiets. Niets ernstigs. Gegniffel van de anderen valt hem ten deel. Hij kan er zelf ook wel om lachen: „Dat was iets te gek.”
Sturen, remmen en keren is nog niet zo gemakkelijk blijkt. Daarom doceert Vasters vakkundig hoe we de bochtjes moeten nemen: „Knie ingetrokken, kijken naar het punt waar je heen wilt, druk op de pols, linkerbeen gestrekt en kantel de fiets een klein beetje.”
Pff, nooit geweten dat er achter de techniek van een goed bochtje zoveel acties schuilgaan.
Het onderdeel remmen is eenvoudiger. Eerst alleen de achterrem, dan voor- en achter en vervolgens alleen op de voorrem. Vervolgens is het tijd om onze vaardigheden van het veld, in de praktijk uit te voeren. Terug naar het bos!
Bultjes op en af, klimmen, draaien. Het gaat de groep voortreffelijk af. Angsten worden vanochtend overwonnen met hulp van Vasters. Durf en lef voeren tegen het einde van de clinic de boventoon. Het zonnetje breekt zelfs langzaam door.
Het gaat eigenlijk te goed. Uw journalist is ook aan het genieten en wil het slotakkoord verzorgen bij een afdaling met een sprongetje. De aanloop is perfect, maar veel te overmoedig gaat hij staan op de trappers, komt los van het zadel en raakt de macht over de tweewieler kwijt. Daar ga ik. Gelukkig een val ‘zonder erg’, zoals de Vlamingen zeggen.
Tja, in één ochtend de techniek van het mountainbiken onder de knie krijgen, is ook eigenlijk niet te doen. Je moet het blijven doen, het moet erin slijten. En wat het weer betreft? Ik ben overstag: hoe viezer, hoe voldaner.